lost op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lost op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oplossen

lost op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplossen
    • Jij lost op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplossen
    • Hij lost op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van oplossen
    • Lost op! 


Gangbaarheid