lijsttrekkerschap
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lijst·trek·ker·schap
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van lijsttrekker met het achtervoegsel -schap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lijsttrekkerschap | lijsttrekkerschappen |
verkleinwoord | lijsttrekkerschapje | lijsttrekkerschapjes |
Zelfstandig naamwoord
het lijsttrekkerschap o
- (politiek) het fungeren als lijsttrekker.
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord lijsttrekkerschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.