lijsttrekker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lijst·trek·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lijst en trekker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lijsttrekker | lijsttrekkers |
verkleinwoord | lijsttrekkertje | lijsttrekkertjes |
Zelfstandig naamwoord
de lijsttrekker m
- (politiek) iemand op de eerste plaats staat van de kandidatenlijst van een partij in een verkiezing
- De lijsttrekker van een partij is gewoonlijk ook de nieuwe fractievoorzitter.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iemand op de eerste plaats staat van de kandidatenlijst van een partij in een verkiezing
Gangbaarheid
- Het woord lijsttrekker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lijsttrekker" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be