lijkwit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lijk·wit
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen lijkwit
verbogen lijkwitte
partitief lijkwits

Bijvoeglijk naamwoord

lijkwit

  1. heel erg bleek door angst, ziekte of uitputting
    • De eer van beste Belg was voor Ben Hermans die 23ste eindigde op 55” terwijl Louis Vervaeke als debutant in de Dauphiné 28ste werd. Bij de finish was de Meldenaar lijkwit, terwijl direct achter hem Alexis Vuillermoz uitgeput onmiddellijk het asfalt opzocht.[2] 
    • De automobilist zag volgens de ambulancechauffeur lijkwit, hij had zijn telefoon nog in zijn handen en zijn mond open. ,,Wij moesten meteen door naar onze spoedmelding, maar ik had die goede man al vergeven op het moment dat hij langs ons reed. Dit is geen verwijt, ik wil een signaal afgeven."[3]  
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 05/06/2016 door hc
  3. Tubantia Simone van Zwienen 04-11-2015
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be