levensstijl

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  levensstijl    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• le·vens·stijl

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  leven  en  stijl  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	levensstijl	levensstijlen
verkleinwoord	levensstijltje	levensstijltjes

Zelfstandig naamwoord

de levensstijl m

1. (sociologie) manier van leven

   ▸ De Franse levensstijl blijft een uiterst aantrekkelijk concept waaraan goed wordt verdiend, zoals Michel Houellebecq constateerde in zijn laatste roman De kaart en het gebied: luxe, elegantie, goed eten en drinken.

   ▸ Mijn lichaam moest zich constant aanpassen aan de lange afstanden en mijn nieuwe levensstijl waardoor ik heel snel steeds weer honger had.

Synoniemen

• leefstijl

Verwante begrippen

• cultuur, subcultuur, cult

Vertalingen

    1.   

Engels: lifestyle (en)

Spaans: estilo de vida (es) m

Gangbaarheid

• Het woord levensstijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "levensstijl" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.