levensloos
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: levensloos (hulp, bestand)
Woordafbreking
- le·vens·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | levensloos | levenslozer | levensloost |
verbogen | levensloze | levenslozere | levenslooste |
partitief | levensloos | levenslozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
levensloos
- zonder leven
- Na het lopen van de 4 daagse kwam hij levensloos over de eindstreep.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'levensloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.