leunt aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- leunt aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanleunen |
leunt (…) aan
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleunen
- Jij leunt aan.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleunen
- Hij leunt aan.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanleunen
- Leunt aan!
Gangbaarheid
- Het woord leunt aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.