lesvlucht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- les·vlucht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van les zn en vlucht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lesvlucht | lesvluchten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een trip in een vliegtuig als onderdeel van de opleiding tot vliegenier
- ▸ KLM heeft jarenlang studenten van haar vliegschool in gevaar gebracht door hen tijdens lesvluchten boven bergachtig terrein veel te laag te laten vliegen. Dat blijkt uit stukken die in het bezit zijn van Het Parool.[1]
- ▸ Het ging om een lesvliegtuigje van Stella Aviation met een piloot en een instructeur. Tijdens een lesvlucht maakte het viegtuigje op vliegveld Budel een landingsoefening, maar kwam daarbij nogal hard op de grond terecht.[2]
Vertalingen
1. een trip in een vliegtuig als onderdeel van de opleiding tot vliegenier
Gangbaarheid
- Het woord lesvlucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lesvlucht" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “KLM-vliegschool bracht jarenlang studenten in gevaar” (15 sep. 2014), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron “Vliegtuigje crasht op vliegveld Maastricht” (24-05-2010), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be