last in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • last in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inlassen

last in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlassen
    • Jij last in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlassen
    • Hij last in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inlassen
    • Last in! 


Gangbaarheid