lag aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lag aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanliggen

lag aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanliggen
    • Ik lag aan. 
    • Jij lag aan. 
    • Hij, zij, het lag aan. 


Gangbaarheid