kwink

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwink
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kwink kwinken
verkleinwoord kwinkje kwinkjes

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

de kwinkm *

  1. (verouderd) iets wat je zegt om anderen te laten lachen
Synoniemen
Opmerkingen
  • In het Woordenboek der Nederlandsche Taal heeft "kwink" geen woordgeslacht. Uitgaand van de veronderstelde etymologie, zou het woord als stam van een werkwoord mannelijk zijn.
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
kwinken

kwink

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwinken
    • Ik kwink. 
  2. gebiedende wijs van kwinken
    • Kwink! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwinken
    • Kwink je? 

Gangbaarheid

Verwijzingen