kwijting

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwij·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kwijting kwijtingen
verkleinwoord kwijtinkje kwijtinkjes

Zelfstandig naamwoord

de kwijtingv

  1. (formeel) (juridisch) de betaling van een schuld
    • Op de algemene vergadering worden de aandeelhouders van een vennootschap gevraagd kwijting te verlenen aan de bestuurders. [2]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen