krijgsgeweld

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  krijgsgeweld    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• krijgs·ge·weld

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  krijg zn  en  geweld zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	krijgsgeweld
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het krijgsgeweld o

1. geweld door oorlogshandelingen

   ▸ Het krijgsgeweld heeft de wet getrivialiseerd, de nood is zo groot dat de vereiste maatregelen niet meer door wetten belemmerd mogen worden, en zo heeft de barbarij Bergen op Zoom teruggeworpen in de tijden van de goede vorst en het ruime prerogatief.

   ▸ Sinds Japan die eilandjes nationaliseerde zijn de verhoudingen tot een absoluut dieptepunt gedaald. Vorig jaar deed de Japanse premier er nog een schepje bovenop door een bezoek te brengen aan het Yasukuni-schrijn in Tokio. Daar worden alle Japanners herdacht die ooit door krijgsgeweld zijn omgekomen. Maar daar liggen ook een aantal oorlogsmisdadigers uit de Tweede Wereldoorlog. Protesten uit de hele regio - niet alleen China - volgden.

Synoniemen

• oorlogsgeweld

Gangbaarheid

• Het woord krijgsgeweld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.