oorlogsgeweld

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·logs·ge·weld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorlogsgeweld
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het oorlogsgeweldo

  1. (militair) het geweld dat gepleegd wordt tijdens de actieve oorlogsvoering
     Het noorden van de Gazastrook heeft de afgelopen maanden zwaar onder vuur gelegen en is op grote schaal verwoest. Het gebied is door het oorlogsgeweld ook afgesneden geraakt van de rest van Gaza. Juist deze week kwam er voor het eerst in een maand tijd weer een groot voedselkonvooi aan, meldt persbureau AP.[2]
     "Wanneer de situatie in een land onzeker is, kan de IND ervoor kiezen om asielverzoeken tijdelijk te pauzeren", zegt een woordvoerder van hulporganisatie VluchtelingenWerk. "Slechts voor een aantal mensen die buiten het oorlogsgeweld om bescherming nodig hebben, zoals mensenrechtenactivisten, wordt het asielverzoek in behandeling genomen."[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 18 maart 2024 Weblink bron “Zeker tientallen doden bij uitdelen van hulpgoederen Noord-Gaza” (29 februari 2024), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 18 maart 2024 Weblink bron
    Fitria Jelyta
    “Voorlopig geen behandeling asielverzoeken van Palestijnen” (17 november 2023), NOS