knapt op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- knapt op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opknappen |
knapt (…) op
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opknappen
- Jij knapt op.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opknappen
- Hij knapt op.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opknappen
- Knapt op!
Gangbaarheid
- Het woord knapt op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.