kijkersaantal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kij·kers·aan·tal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kijker en aantal met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kijkersaantal | kijkersaantallen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het kijkersaantal o
- (media) getal dat aangeeft hoeveel mensen ergens (bijvoorbeeld een tv-programma) naar gekeken hebben
- Het is van het grootste belang voor de omroep dat de kijkersaantallen niet minder worden.
Gangbaarheid
- Het woord 'kijkersaantal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.