kabelboer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·bel·boer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kabel en boer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kabelboer | kabelboeren |
verkleinwoord | kabelboertje | kabelboertjes |
Zelfstandig naamwoord
de kabelboer m
Gangbaarheid
- Het woord kabelboer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.