imperare

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
imperar

imperare

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van imperar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van imperar


Latijn

Uitspraak
  • IPA: /ˈim.pe.raːrɛ/
Woordafbreking
  • im·pe·ra·re
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
ĭmpĕrāre ĭmpĕrō ĭmpĕrāvi ĭmpĕrātus
eerste vervoeging volledig

Werkwoord

ĭmpĕrāre

  1. bevelen, commanderen
  2. heersen, besturen
  3. eisen

ĭmpĕrāre

  1. passief imperatief praesens, tweede persoon enkelvoud van ĭmpĕrāre
  2. passief indicatief praesens, tweede persoon enkelvoud van ĭmpĕrāre
Afgeleide begrippen
Overerving en ontlening