homobom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ho·mo·bom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van homo en bom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | homobom | homobommen |
verkleinwoord | homobommetje | homobommetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (militair) de informele naam voor een nooit gemaakt chemisch wapen, dat in 1994 door de Verenigde Staten is overwogen. Het zou moeten bestaan uit een afrodisiacum dat vijandige soldaten seksueel onweerstaanbaar voor elkaar zou maken, en zou leiden tot onderlinge homoseksuele gedragingen. Soldaten zouden dan wel wat anders aan hun hoofd hebben dan vechten.[1]
- Bent u ook een voorstander van de homobom??
Gangbaarheid
- Het woord homobom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "homobom" herkend door:
17 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ web.archive.org
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be