herovering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·ove·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord herovering heroveringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de heroveringv

  1. (militair) het opnieuw veroveren van iets dat eerst verloren was gegaan
     ,,Het is verschrikkelijk, vooral voor de mensen in Afghanistan zelf’’, zegt minister Kaag tegen deze site. ,,De snelle opkomst van de taliban en de herovering van het land baren mij alleen maar zorgen. Voor het land zelf, maar ook voor de stabiliteit in de bredere regio.’’[2]
  2. (sport) opnieuw winnen wat men eerst verloren had
     De Nederlandse Jumbo-Visma-ploeg eindigde door pech op 20 seconden achterstand, tot ongenoegen van kopman Wout van Aert. De Belg had zijn zinnen gezet op herovering van de leiderstrui, maar die ambitie viel in duigen toen Pascal Eenkhoorn in de laatste kilometer te maken kreeg met een lekke band.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 januari 2022 Weblink bron
    Peter Winterman
    “Kaag: ‘Beelden inname Kamp Holland door taliban zijn verschrikkelijk’” (13 aug. 2021), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 5 januari 2022 Weblink bron “Gefrustreerde Van Aert mist leiderstrui na pech ploeggenoot in slotkilometer” (DI 7 SEPTEMBER 2021), NOS