hanendoorn
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hanendoorn (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ha·nen·doorn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van haan en doorn zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hanendoorn | hanendoornen hanendoorns |
verkleinwoord | hanendoorntje | hanendoorntjes |
Zelfstandig naamwoord
de hanendoorn m
- (bloemplanten) Crataegus crus-galli een kleine boom of struik uit de rozenfamilie (Rosaceae ), inheems in Noord-Amerika en in veel landen aangeplant als sierboom. De boom heeft witte bloemen, oranjerode vruchten, een helder oranjerode herfstkleur en lange kromme doorns. De plant komt in Nederland zeldzaam verwilderd voor
Hyperoniemen
- meidoorn, rozenfamilie, zaadplanten, fabiden, rosiden, bedektzadigen, vaatplanten, landplanten, planten
Gangbaarheid
- Het woord 'hanendoorn' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] hanendoorn in het Nederlands Soortenregister N
- [1] hanendoorn op Wikidata