handrug

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hand·rug
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handrug handruggen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de handrugm

  1. (anatomie) de strekzijde van de hand; de bovenzijde van de hand
    • Ik neem aan dat u het heeft over 'levervlekken' zoals deze in de volksmond bekend zijn. Deze hebben niks met uw lever te maken maar zijn eigenlijk een soort sproeten die toenemen met de leeftijd en mn op de zonblootgestelde huidgebieden zoals het gelaat, de coeurstreek en de handruggen voorkomen. [2] 
    • Vaak is het zo dat als er met de vinger op het midden van de binnenkant van de pols wordt getikt (test van Tinel), of wanneer de beide handruggen met de polsen 90 graden gebogen gedurende een minuut tegen elkaar aan worden gedrukt (test van Phalen), de klachten worden geprovoceerd. [3] 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Telegraaf 03 mei 2014 Pigmentvlekken
  3. De Telegraaf 23 jan. 2015 Prikkeling in handen
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be