haakanker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- haak·an·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van haak en anker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haakanker | haakankers |
verkleinwoord | haakankertje | haakankertjes |
Zelfstandig naamwoord
het haakanker o
- (bouwkunde) muuranker dat bestaat uit een vierkante staaf, aan één eind plat, aan het andere rechthoekig omgebogen en in de muur bevestigd
Gangbaarheid
- Het woord 'haakanker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.