gymnasiast

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

gymnasiast
Uitspraak
Woordafbreking
  • gym·na·si·ast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gymnasiast gymnasiasten
verkleinwoord gymnasiastje gymnasiastjes

Zelfstandig naamwoord

de gymnasiastm

  1. (onderwijs) student van het gymnasium
    • Als we teksten lezen die in het decennium voor de Tweede Wereldoorlog zijn geschreven, is het alsof we een wetstekst uit een oude samenleving lezen met wetten die niet langer gelden. De gedachten erachter vormen een systeem dat op zichzelf begrijpelijk en zinvol is, maar dat niet langer verband houdt met de praktische werkelijkheid. De gedachten over wat een mens is, wat een samenleving is, wat het wezenlijke is, gelden niet voor de samenleving waarin wij leven. Geen enkele gymnasiast zou tegenwoordig zijn leven kunnen opofferen voor zijn land, geen enkele vijfentwintigjarige zou enige zin zien in de dood van twee miljoen mensen. Behalve als abnormaliteit is het gewoon ondenkbaar. Niemand zal ook meer beweren dat de democratie als een uitdrukkingsvorm van verval moet worden beschouwd en het liberalisme als onterend, was dat wel het geval, dan zouden ze in het openbaar gelyncht worden. [3] 
    • Kinderen die moorden doen dat relatief vaak binnen het gezin. En dan is er minder ophef over, zegt Liem, omdat het voor de buitenwereld minder angstaanjagend is. Ze geeft het voorbeeld van de 17-jarige gymnasiast Derck die in oktober 2010 zijn moeder doodde met een hockeystick. Derck kreeg zes maanden jeugddetentie en jeugd-tbs.[4]  
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. gymnasiast op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Karl Ove Knausgard Vrouw ISBN 978-90-445-3227-2 2015 pagina 766
  4. NRC Martin Kuiper Jannetje Koelewijn 8 juni 2017
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be