gymnasiaste

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gym·na·si·as·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gymnasiaste gymnasiastes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gymnasiastev

  1. (onderwijs) vrouwelijke leerling van een gymnasium (middelbare schoolopleiding met klassieke talen in het lespakket)
     En dat terwijl ze nog een onvolwassen gymnasiaste in een bruine jurk was die heimelijk meedeed aan onschuldige schoolcomplotten en kattekwaad.[2]
     De rechtbank in Den Bosch oordeelde vorige week dat de gymnasiaste en haar familie voorlopig mogen blijven, omdat Leers zijn afwijzing van het asielverzoek niet goed had onderbouwd.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen