grootvorst
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grootvorst (hulp, bestand)
Woordafbreking
- groot·vorst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grootvorst | grootvorsten |
verkleinwoord | grootvorstje | grootvorstjes |
Zelfstandig naamwoord
de grootvorst m
- lid van de Russische keizerlijke familie
- een titel lager in rang dan keizer, tsaar of koning, maar hoger dan soeverein vorst, prins of knjaz
- ▸ Anna Michajlovna was er, als praktische vrouw, in geslaagd voor haar en voor haar zoon hoge bescherming te verkrijgen, zelfs voor haar correspondentie. Ze kon haar brieven sturen aan grootvorst Konstantin Pavlovitsj, die de garde aanvoerde.[3]
- ▸ Hij ontving de vier journalisten die de vragen mochten stellen bij zich thuis, in zijn ambtswoning, het indrukwekkende Elyséepaleis. Hoewel hij klein van stuk is, zat hij als een grootvorst achter een tafel, in een decor van goud en rood fluweel. Het moest duidelijk zijn dat dit geen campagnebijeenkomst was, maar dat er serieuze staatszaken besproken werden.[4]
- groothertog
Afgeleide begrippen
Vertalingen
3. groothertog
Gangbaarheid
- Het woord grootvorst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ grootvorst op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron “Panel over acht keer Sarkozy” (30-01-2012), NOS