grootkanselier

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groot·kan·se·lier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grootkanselier grootkanseliers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de grootkanselierm

  1. (beroep) functionaris van een overheid, orde of instelling
     De president heeft met de grootkanselier van het Légion d'honneur gesproken over het in gang zetten van de procedure om Weinstein zijn Franse ridderschap te ontnemen.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 januari 2024 Weblink bron “Macron zet Harvey Weinstein uit het Légion d'honneur” (Zondag 15 oktober 2017, 22:05), NOS