grondwater

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking

grond·wa·ter

Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grondwater grondwateren
grondwaters
verkleinwoord grondwatertje grondwatertjes

Zelfstandig naamwoord

het grondwatero

  1. al het water dat zich in de aardbodem bevindt
    • De zorg voor het ondiepe grondwater in de openbare ruimte is een gemeentetaak.[1] 
    • Het grondwater, geelachtig en roodbruin, verbreidt een strontstank. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Grondwater, waternet.nl
  2. Valens, Anton
    Het compostcirculatieplan 2016 ISBN 978-90-254-4685-7 pagina 13
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be