grondkabel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grond·ka·bel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grondkabel grondkabels
verkleinwoord grondkabeltje grondkabeltjes

Zelfstandig naamwoord

de grondkabelm

  1. koperenleiding van een bliksemafleider die de stroom van de bliksem naar de aarde afvoert
     De jongetjes lagen in hun tent te slapen, toen vanmorgen om half vijf een elektriciteitskastje op de boerencamping werd geraakt door de bliksem. Een koperen grondkabel spatte daarop uiteen. Eén kind kreeg een stuk kabel in zijn rug, zijn broertje raakte gewond aan zijn hoofd.[2]
  2. (elektrotechniek) ondergrondse elektriciteitskabel
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 januari 2024 Weblink bron “Bliksem verwondt jongetjes Stolwijk” (Maandag 30 juli 2012, 10:03), NOS