groepscommandant

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

groepscommandant
Uitspraak
Woordafbreking
  • groeps·com·man·dant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groepscommandant groepscommandanten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de groepscommandantm

  1. (militair) leidinggevende van een legergroep
  2. leidinggevende van een eenheid van de ME
     "We hebben vaak grote groepen mensen nodig om tegen te oefenen", vertelt Joost, groepscommandant van de ME. "Veel scholieren die meedoen, komen van een soort vooropleiding af."[2]
     Tegen een groepscommandant van de Mobiele Eenheid is 150 uur werkstraf geëist. Hij heeft volgens het Openbaar Ministerie in augustus 2013 een Feyenoordsupporter mishandeld na afloop van de thuiswedstrijd van Feyenoord tegen het Russische Krasnodar.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Zo kun jij ook een dagje rellen tegen de ME (legaal natuurlijk)” (Donderdag 5 april 2018, 17:18), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Werkstraf geëist tegen ME-commandant” (Woensdag 18 januari 2017, 15:38), NOS