grasgroei
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gras·groei
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gras zn en groei zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grasgroei | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de grasgroei m
- (landbouw) het groeien van gras
- ▸ Doordat veel melkveehouders een groter bedrijf kregen, hielden ze koeien vaak op stal. Daardoor is volgens Berdine veel kennis over grasgroei, bemesting en dierenwelzijn verloren gegaan. Daar komt bij dat de huidige generatie boeren te weinig over de weidegang leert, zegt ze.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'grasgroei' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Weidecoach Berdine haalt alles van stal voor de koe” (Zaterdag 8 april 2017, 09:58), NOS