goaltjesdief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • goal·tjes·dief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord goaltjesdief goaltjesdieven
verkleinwoord goaltjesdiefje goaltjesdiefjes

Zelfstandig naamwoord

de goaltjesdiefm

  1. (voetbal) voetballer die afwacht totdat hij wordt aangespeeld om een doelpunt te maken
     Waar Januzaj eerder pech had bij zijn knal tegen de lat, mazzelde hij toen hij dankzij een uitglijder van André Ramalho de gelijkmaker kon binnentikken. En ook bij de tweede tegengoal, een paar minuten later, had PSV pech. Na een van richting veranderde voorzet stond Isak als een echte goaltjesdief op de juiste plaats.[1]
     In de Londense derby tegen Arsenal had Lukaku slechts een kwartier nodig om zijn rentree op te luisteren met een doelpunt. Na een goede voorzet van Reece James was het voor de goaltjesdief een koud kunstje om de bal in een leeg doel te tikken.[2]


Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Götze tovert, maar PSV komt tegen Real Sociedad niet verder dan gelijkspel” (Donderdag 16 september 2021, 22:57), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Droomrentree Lukaku: hij scoort direct en helpt Chelsea aan winst op Arsenal” (Zondag 22 augustus 2021, 19:34), NOS