glippe

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • glip·pe
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Nederduitse, Nederlandse en Friese werkwoord glippen
vervoeging
onbepaalde wijs glippe
tegenwoordige tijd glipper
verleden tijd glapp
voltooid
deelwoord
glippet
onvoltooid
deelwoord
glippende
lijdende vorm glippes
gebiedende wijs glipp
vervoegingsklasse Klasse 3 sterk
opmerking

Werkwoord

[A] glippe

  1. onovergankelijk glijden
    «Skiene glipper
    Ski's glijden.
  2. onovergankelijk misgaan, mislukken, uitfalen
    «Forsøket glapp
    Het experiment mislukte.
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
vervoeging
onbepaalde wijs glippe glippe
tegenwoordige tijd glipper glipper
verleden tijd glippet
glippa
glipte
voltooid
deelwoord
glippet
glippa
glipt
onvoltooid
deelwoord
glippende glippende
lijdende vorm glippes glippes
gebiedende wijs glipp glipp
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak Klasse 2 zwak
opmerking optioneel

Werkwoord

[B] glippe

  1. onovergankelijk knipogen, knipperen
Synoniemen