gifslang

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gif·slang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gifslang gifslangen
verkleinwoord gifslangetje gifslangetjes

Zelfstandig naamwoord

de gifslangv / m

  1. (reptielen) een giftige slang
    • Pas op, daar gaat een gifslang! 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be