geweermaker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·weer·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geweermaker geweermakers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geweermakerm

  1. (beroep) persoon die geweren maakt en onderhoudt
     De wapenhandel werd in 1836 opgezet door Hendrik Hes van Zweeden, geweermaker in het Nederlandse leger. Hij combineerde zijn beroep met de verkoop van kruit, kogels, wapens, en wapenaccessoires.[1]
  2. bedrijf dat geweren maakt en onderhoudt

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2023 Weblink bron “Oudste wapenhandel Nederland houdt ermee op” (Zondag 23 september 2018, 13:48), NOS