geodeet
Uiterlijk
- geo·deet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geodeet | geodeten |
verkleinwoord | - | - |
de geodeet m
- (beroep) iemand die de geodesie beoefent
- (aardrijkskunde) kortste verbinding tussen twee punten op een bol (een grootcirkel)
- (wiskunde) kromme die de afstand tussen twee punten minimaliseert in een gekromde ruimte
2. kortste verbinding tussen twee punten op een bol
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord geodeet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geodeet" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel geo- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Aardrijkskunde in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 31 %
- Prevalentie Vlaanderen 22 %