geluidsapparatuur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  geluidsapparatuur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·luids·ap·pa·ra·tuur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  geluid zn  en  apparatuur zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	geluidsapparatuur
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geluidsapparatuur v

1. elektronische toestellen waarmee men geluid kan opnemen en weergeven

   ▸ De miljonairs zijn gemiddeld wel behoorlijk oud. Jochanan Bax (31, links op de foto) is een van de weinige jonge rijken. Hij is een van de bedenkers van Bax-shop, een winkel voor geluidsapparatuur en muziekinstrumenten.

   ▸ Gitaarmuziek, een professioneel decor, camera's, geluidsapparatuur en een lichtshow. Allemaal ingrediënten voor een productie zoals The Passion, zou je denken. Maar het kan ook prima bij de kerstnachtdienst, vinden ze in Drachten.

Gangbaarheid

• Het woord geluidsapparatuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.