geloofswereld

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·loofs·we·reld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geloofswereld geloofswerelden
verkleinwoord geloofswereldje geloofswereldjes

Zelfstandig naamwoord

de geloofswereldv / m

  1. (religie) een levenssfeer die door een godsdienstig besef beheerst wordt
     Daar is nu verandering in gekomen. ‘Sinds enkele maanden weet ik zeker dat ik het publiekelijk wil delen: mijn boek over mijn leven in de geloofswereld van mijn vader, en de scheuren in mijn wereldbeeld en geloof die uiteindelijk leidden tot mijn vertrek uit de boerderij.’[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2023 Weblink bron
    Maxime Segers
    “Ruinerwold-zoon Israel komt met boek over zijn leven” (25-08-2022), Tubantia