gaaischieten

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gaai·schie·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

gaaischieten [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gaaischieten


onvolledig
  1. (sport) sport waarbij men moet proberen een houten vogel vaan een hoge paal te schieten met een hand- of kruisboog
     De bijschriften zijn summier en bevatten niet meer dan de plaatsnaam van de plek waar de foto is genomen. Vanuit het oogpunt van de fotograaf is dat volkomen logisch, omdat een bijschrift soms de aandacht van de foto afleidt. Bovendien kost het vervaardigen van een pakkend bijschrift de nodige tijd. Toch is dat jammer, want achter iedere foto zit een verhaal. Van het traditionele gaaischieten in Domburg bijvoorbeeld, of de vissers op het strand bij Valkenisse. Eigenlijk is het fotoboek dus niet af.[2]
     Ondanks hun verschillen zijn Westkapelle en Domburg de enige dorpen op Walcheren waar het gaaischieten als onderdeel van de kermis nog wordt beoefend, een volkssport die dateert van voor de Reformatie. Ook is er veel onderlinge samenwerking op verenigingsniveau.[3]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

38 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Kleurrijk fotoboek over Walcheren is niet af” (15-05-2002), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink Weblink bron
    Jan Dirk van Scheyen
    “Rivaliteit tussen badplaats Domburg en dijkwerkersdorp Westkapelle” (29-12-2015), Reformatorisch Dagblad
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be