fruittuin
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fruit·tuin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fruittuin | fruittuinen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de fruittuin m
- (landbouw) een stuk land waarop de fruitteler fruit teelt
- Naam: Johan Klaassen- Leeftijd: 70 jaar- Burgerlijke staat: getrouwd, drie kinderen- Woonplaats: Albergen- Dierbaar plekje: groente- en fruittuin [2]
- Carlos Faes van de Philips Fruittuin in Eindhoven vermoedt dat appelhandelaren gaan speculeren. ,,Het zou me niet verbazen als ze appels van de vorige oogst langer in de koelhuizen laten liggen om ze vervolgens op de markt te brengen als het aanbod schaars is en de prijs hoog.” [3]
- Wethouder Laurens Ivens (dierenwelzijn) heeft deze plek vrijdagmiddag geopend bij de Fruittuin van West. Op deze biologisch-dynamische boerderij kunnen mensen tegen een geringe betaling afscheid nemen van hun kippen of haan. Hier mogen de dieren oud worden of worden ze herplaatst. [4]
Hyponiemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord fruittuin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fruittuin" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 22-08-06 Groene zeep met water om de luis te bestrijden
- ↑ Tubantia Ruud Spoor 26-05-17 Appeloogst mislukt door strenge vorst in april
- ↑ De Telegraaf 30 jun. 2017 Amsterdam opent opvang voor gedumpte kip
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be