flitshandelaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- flits·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van flits en handelaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flitshandelaar | flitshandelaren flitshandelaars |
verkleinwoord | flitshandelaartje | flitshandelaartjes |
Zelfstandig naamwoord
de flitshandelaar m
- (beroep) effectenhandelaar die doormiddel van geautomatiseerde systemen binnen een secondes in- en verkoopt
- De flitshandelaar investeerde vele miljoenen euro's in een snellere internetverbinding.
Gangbaarheid
- Het woord flitshandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.