fleboloog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fle·bo·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fleboloog | flebologen |
verkleinwoord | fleboloogje | fleboloogjes |
Zelfstandig naamwoord
de fleboloog m
- (medisch) (beroep) specialist van de aderen en de ziekten daarvan
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'fleboloog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.