finishlijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fi·nish·lijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord finishlijn finishlijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de finishlijnv / m

  1. (sport) lijn die aangeeft waar het einde van de race zich bevindt
     Pas op de finishfoto was te zien dat Mohoric zijn wiel net iets eerder over de finishlijn duwde dan Asgreen. Groter dan een banddikte was het verschil niet. Het is voor Mohoric de derde keer in zijn carrière dat hij een Touretappe won: in 2021 pakte hij er twee. Voor zijn ploeg Bahrain is het de derde dagzege deze Tour.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2023 Weblink bron “Mohoric duwt wiel net eerder over streep dan Asgreen na spectaculaire Touretappe” (Vrijdag 21 juli 2023), NOS