fabrieksdirecteur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fabrieksdirecteur (hulp, bestand)
- IPA: / faˈbriksdirɛkˌtør / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- fa·brieks·di·rec·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fabrieksdirecteur | fabrieksdirecteuren fabrieksdirecteurs |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de fabrieksdirecteur m
- (beroep) iemand die leiding geeft aan een bedrijfsvestiging waar producten in serie worden gemaakt
- ▸ In een fabriekshal staan vijf ratelende machines. Elke vijf minuten maken die machines vijf tuinkabouters. Tot de fabrieksdirecteur er 95 machines bij koopt.[1]
- ▸ Eenmaal thuis is ze de trofeevrouw van een chagrijnige fabrieksdirecteur die haar afblaft. Als hij wordt ontvoerd door zijn stakende arbeiders, herstelt ze op diplomatieke wijze de orde.[2]
- ▸ Fabrieksdirecteur Spada bepleit ook overheidsingrijpen. „Dit is een familiebedrijf, mijn mensen werken al decennia voor ons.[3]
Gangbaarheid
- Het woord 'fabrieksdirecteur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Margriet van der Heijden“Tuinkabouters” (9 december 2017) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron André Waardenburg“Potiche” (6 december 2014) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Merijn de Waal“Hoe Mario Monti Italië veranderde” (20 december 2012) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 17
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal