eenzaamheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • een·zaam·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eenzaamheid eenzaamheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de eenzaamheidv

  1. de hoedanigheid van het eenzaam zijn
    • Eenzaamheid die niet bang maakt. Durf om alleen verder te gaan. [1] 
  2. het gevoel eenzaam te zijn
    • De eenzaamheid speelt je parten. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 24
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be