economiejournalist

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eco·no·mie·jour·na·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord economiejournalist economiejournalisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de economiejournalistm

  1. (beroep) verslaggever die over economische onderwerpen schrijft
     Vijf vooraanstaande economiejournalisten moesten zich verantwoorden voor een commissie voor hun rol in de financiële crisis. Volgens de parlementariërs hadden zij veel onrust kunnen voorkomen door bepaalde nieuwsontwikkelingen achter te houden. De Britse overheid moest tientallen miljarden ponden in de banksector pompen om te voorkomen dat banken zouden instorten.[1]
     In een uiterst onderhoudend stuk op Follow the Money zet economiejournalist Peter Hendriks alle gaten in het huurtoeslagvangnet uiterst kundig op een rij. Zo vallen huurders die minder verdienen dan het minimumniveau tussen wal en schip. Vaak zijn dit in de huidige economie zzp’ers. Hun inkomen kan soms zakken onder het minimumniveau dat het ministerie van Financiën hanteert voor de huurtoeslag.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 23 september 2022 Weblink bron “Britse journalisten verwerpen schuld crisis” (4 februari 2009), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink geraadpleegd op 23 september 2022 Weblink bron
    Geschreven door:Jessy de Cooker
    “De huurtoeslag kent teveel huurdersonvriendelijke aspecten” (03/08/2017), HP de Tijd