dorsmachine

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

dorsmachine
Uitspraak
Woordafbreking
  • dors·ma·chi·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dorsmachine dorsmachines
verkleinwoord dorsmachinetje
dorsmachientje
dorsmachientjes
dorsmachinetjes

Zelfstandig naamwoord

de dorsmachinev

  1. (landbouw) toestel dat de graankorrels uit de korenaren slaat
     ‘s Morgens wordt de rogge op ouderwetse wijze van het land gehaald. Dat gebeurt met een door het paard voortgetrokken maaimachine, maar ook met de zig, een soort handzeis. De roggehalmen worden op schoven gezet en rond elf uur worden deze gedorst met een dorsvlegel en een originele dorsmachine. Dansgroep de Plaggenmeijers geeft enkele optredens. Voor bezoekers zijn er pannenkoeken. Rond 16.00 uur is de oogstdag afgelopen.[2]
     'Die waarin oom Herbert in Canada op de dorsmachine zit en door de velden rijdt. De ik-figuur zegt dan: ‘Ik kan het voor me zien, ik kan zelfs zo ver gaan dat ik er zelf ben.’ Dan kijkt oom Herbert om, maar hij ziet hem niet, omdat hij onzichtbaar is, de schaduw van de fantasie.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2022 Weblink bron
    Jelle Boesveld
    “Oogstdag in Rekken uitgesteld vanwege de hitte” (26-07-2019), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2022 Weblink bron “‘Verbeelding geeft troost’” (15/10 /2010), HP de Tijd