doorverkoper

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  doorverkoper    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• door·ver·ko·per

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van naamwoord van handeling van doorverkopen met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	doorverkoper	doorverkopers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de doorverkoper m

1. (handel) (beroep) persoon die iets verkoopt wat hij of zij eerder zelf gekocht heeft

   ▸ Niet alleen de koper loopt meer risico, ook de verkoper kan in de problemen komen. Die laatste is namelijk aansprakelijk voor eventuele schade. "Bij gezondheidsschade kan dat al snel in de papieren lopen", aldus Gerard Spierenburg van de Consumentenbond. De juridische gevolgen zijn namelijk niet voor de Chinese webshop, maar voor de Nederlandse doorverkoper. "Handelaren en verkopers moeten zich aan alle Nederlandse regels houden", beaamt woordvoerster Saskia Bierling van toezichthouder Autoriteit Consument en Markt.

   ▸ Om die reden speurde de KNVB het internet af, op zoek naar aanbieders van de kaarten. "Wie geen goede verklaring had voor het doorverkopen van de kaarten, zit nu met geblokkeerde kaartjes", zegt Schippers. Dat geldt ook voor mensen die via zo'n doorverkoper kaartjes hebben gekocht.

   ▸ Aan het gebruik van de app zijn geen kosten verbonden, in tegenstelling tot bij Postcodegarant. Pakkie is een doorverkoper van verzendlabels van pakketbedrijven zoals PostNL en verdient daar naar eigen zeggen voldoende aan, hoeveel wil het bedrijf niet zeggen.

Synoniemen

• wederverkoper, handelaar

Gangbaarheid

• Het woord 'doorverkoper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.