dooft uit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dooft uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitdoven

dooft (…) uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdoven
    • Jij dooft uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdoven
    • Hij dooft uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdoven
    • Dooft uit! 

Gangbaarheid