doem op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • doem op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opdoemen

doem (…) op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdoemen
    • Ik doem op. 
  2. gebiedende wijs van opdoemen
    • Doem op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdoemen
    • Doem je op? 

Gangbaarheid